Van lichtkunstenaar naar ongrijpbare performer

Interview met Alaa Minawi

Een transformatie middenin je maakproces: kunstenaar en docent Alaa Minawi laat zien dat de vrijheid om van gedachten te kunnen veranderen essentieel is in de kunst. Ook bevraagt hij de dynamiek tussen maker en publiek en zoomt zelfs nog verder uit: hij stelt kritische vragen over machtsstructuren en politieke systemen. Vaak als een soort Wizard of Oz, onzichtbaar voor zijn publiek.
Voordat de Nederlands-Libanees-Palestijnse kunstenaar en docent Alaa Minawi (Beiroet,1982) in 2016 zijn Master Scenography aan HKU begon, werkte hij al enkele jaren als scenograaf en maakte hij lichtsculpturen en installaties. Langzaamaan merkte hij dat hij niet steeds maar wilde produceren of maken voor anderen, maar voelde de drang om een stap terug te doen en te reflecteren op zijn makerschap. Toen hij eenmaal geland was in het Pastoe-gebouw en aan de master begon, deed hij precies dat: reflecteren, nadenken en het vak scenografie in een ander licht zien.

Transformatie en flexibiliteit

“In mijn beginperiode op HKU was ik verbaasd: hoe kon ik met licht experimenteren in een gebouw dat zoveel ramen heeft, zoveel lichtinval en geen écht donkere ruimtes? (red. Destijds zat de HKU Blackbox nog niet op de Pastoe-locatie.)
Maar al snel begreep ik dat ik op een andere manier naar scenografie moest leren kijken.
Het ging hier meer over omgaan met ruimtes. Het ging niet meer om het standaard podium, wat publiek ervoor en iemand die iets op dat podium doet. Het ging nu om het concept ‘ruimte’. Hoe verhoud je je tot een ruimte, welke ruimte dan ook, en wat kun je daar allemaal mee. Dat was voor mij vrijwel transformatief.”
Alaa vertelt dat hij zich door dit besef genoodzaakt zag om de onderzoeksvraag die hij voor zijn toelating schreef aan te passen.
“Wat me verraste is dat dát gewoon kon. Na twee maanden onderzoek zag ik dat ik dingen anders wilde aanvliegen gedurende mijn master. Ik wilde mijn onderzoek aanpassen. En die mogelijkheid om het op dát moment te doen was er gewoon. Ik ben ook heel blij dat Henny Dörr, destijds studieleider, hierin zo flexibel was. Ik voelde daardoor de vrijheid om tijdens het maakproces van gedachten te kunnen veranderen. Dat is voor mij essentieel als kunstenaar.”

Een opleiding die organisch meebeweegt met de studenten, de makers, is in staat zichzelf, net als de makers, te vernieuwen. Alaa vindt deze eigenschap terug in het masterprogramma scenografie. Al wordt de druk in het tweede jaar wel opgevoerd.

Een denker

“Je moet je proefschrift schrijven en je onderzoek presenteren in een eindproduct. Dat proces is niet meer zo fluïde. Hierin moet je al heldere keuzes maken. Maar ook tijdens het maken van deze keuzes ontdek je belangrijke dingen die de bouwstenen kunnen zijn voor je eindpresentatie. Ik wilde dat het resultaat van mijn onderzoek niet in een rigide, vastomlijnd product zou resulteren.
Ik ben meer een denker en onderzoeker, in plaats van dat ik fysiek experimenteer en met mijn handen knutsel. Ik ging daarom op zoek naar manieren om mijn proces voor zich te laten spreken, in plaats van het in een tastbare, traditionele vorm te gieten. Het onderzoek an sich zou mijn eindproduct worden.”

De machine

Dat Alaa zou afstuderen met een experimentele performance werd al gauw duidelijk. Maar er was nog wel een klein obstakel: “Ik ontdekte dat ik plankenkoorts had. Ik wilde een performance uitvoeren, maar kon het niet opbrengen om onderdeel ervan te zijn. Vanuit deze notie werd ‘de machine’ geboren. ​Een machine uit het jaar 2048, omgeven door anti-besmetting plastic dat een doolhof vormde waar de toeschouwer doorheen moest. In dit doolhof bevroeg de machine de toeschouwer: het wilde weten wat ‘thuishoren’ betekent en wat het inhoudt om ‘ergens bij te horen’.

Op deze manier maakte Alaa zijn publiek tot intrinsiek onderdeel van zijn werk en vanaf dat moment volgde een reeks performances onder de titel ‘2048’. Telkens met het publiek als belangrijk onderdeel van een levend en groeiend onderzoek. In zijn vierde en meest recente performatieve installatie in de 2048-reeks, “2048 - Identity in dissolution” dat hij in februari 2023 in Beiroet uitvoerde, gaat Alaa zelfs een stap verder en zet Whatsapp in als instrument om zijn publiek op avontuur te laten gaan door de stad. De performance gaat over de notie van de zichtbaarheid en onzichtbaarheid en zal tijdens Spring Festival ‘23 ook in Utrecht opgevoerd worden.

Het Huis Utrecht

Wanneer we Alaa spreken, is hij net een week bezig aan zijn residentie bij Het Huis Utrecht. Hier krijgt hij samen met andere makers enkele weken de ruimte om zijn artistieke praktijk te verdiepen of te verbreden. Alaa onderzoekt tijdens zijn residentie het opnieuw verbeelden van de toekomst door middel van sociaal-politieke verhalen. Hiervoor start hij met het reflecteren op machtsstructuren en hoe deze opnieuw te verbeelden. Wat betekenen de machtsstructuren? Wat is de impact ervan? Hoe is het opnieuw in te richten en hoe resoneert dit binnen de podiumkunsten? In oktober 2023 deelt Alaa zijn creatieve onderzoek en proces met publiek.

Bio

Alaa heeft een BA in Communication Arts van de Lebanese American University (2008) en een MA in Fine Arts (Scenography) van Hogeschool voor de Kunsten Utrecht (2018). Hij behaalde een certificaat van de Royal Academy of Dramatic Arts London (RADA) om lichtontwerpers op te leiden. Hij is docent aan de Hogeschool voor De Kunsten Amsterdam (AHK), lector aan HKU en het Sandberg Instituut Amsterdam.
Ook is Alaa is de oprichter en programmadirecteur van de "Beirut Summer School for Theatre & Performance"