Jouw graphic novel Getekend Leven gaat niet over een asielzoekerscentrum, een AZC, maar een ABC oftewel een asielbuurtcentrum. Wat is dat precies?
‘De asielbuurtcentra zijn een nieuw concept en uniek in Utrecht. Niet alleen bewoners van de AZC’s zijn er welkom, maar alle buurt- en stadsbewoners. Er worden allerlei activiteiten georganiseerd om de stad te leren kennen, Nederlands of Engels te leren, of gewoon lekker samen te koken of dansworkshops te doen. Het is onderdeel van Plan Einstein, dat de gemeente Utrecht heeft opgezet om nieuwkomers sneller onderdeel te maken van de samenleving en de stad. ‘Samen’ is het belangrijkste woord: iedereen is er welkom om binnen te stappen of zelf iets te organiseren.’
En hoe ben jij hierbij betrokken geraakt? Ben je naar de gemeente Utrecht gestapt: ‘ik wil hier een graphic novel over maken!’ Of hebben zij jou benaderd?
‘Dat is vrij geleidelijk gegaan. Toen ik afstudeerde in Illustratie was ik al bezig met getekende journalistiek. Daar heb ik toen een workshop gegeven in een voormalig zorghuis waar jongeren en ouderen bij elkaar wonen – waar ik sindsdien overigens zelf ook woon. De workshop was geen tekenles, maar diende puur als middel om met elkaar in contact te komen. Het werd gesubsidieerd door cultuurplatform ZIMIHC en The Social Collective, die ook weer betrokken waren bij deze asielbuurtcentra. Zij hebben mij toen in contact gebracht met het team van Plan Einstein.’

Dus vanuit je afstudeerproject is de bal eigenlijk deze kant op gaan rollen?
‘Nou, eigenlijk daarvoor al. Vanaf het derde jaar van mijn studie en tijdens mijn stage bij NRC wist ik waar ik heen wilde met mijn makerschap. Als student ben je vaak nog zoekende: wie ben je nou en wat wil je dan maken? Voor mij was het antwoord dus getekende journalistiek, en ook dat ik mijn kunst wilde inzetten om mensen met elkaar te verbinden. Vanaf toen begon het vanzelf verder te groeien. Ik heb een getekende krant over het voormalig zorghuis kunnen publiceren. Daarna vonden de meiden van The Social Collective dat ook deze asielbuurtcentra zich goed leenden voor de manier waarop ik mensen en verhalen in beeld breng. En dus vroegen ze me mij om deze graphic novel voor ze te maken…’
Wat voor mensen en verhalen heb je daar aangetroffen?
‘Ik heb vooral de sfeer op de locaties geprobeerd te vatten. Een jaar lang ben ik heel regelmatig langsgegaan, gewoon spontaan op verschillende momenten. Kwam ik op een maandag helpen koken, dan zei iemand: “kom vrijdag ook! Dan gaan we lekker muziek maken!” Het washok bleek een mooie plek om mensen te spreken. Iedereen moet immers de was doen en al wachtende bleek er dan veel ruimte voor open gesprekken. Zo heb ik me gewoon laten leiden, meedeinend met het leven daar.’