Het project van Amber Nederhand

Interview met Amber

Amber Nederhand (Spatial Design) is een Rotterdamse in hart en nieren. Ze wil niets anders dan het beste voor haar geliefde geboorteplaats; een stad die al eeuwen een kwetsbare relatie heeft met het water van de Noordzee en de Maas. Amber ontwierp een uniek getijdenpark dat op de kop van het stadsdeel Feijenoord gebouwd zou kunnen worden.

Amber Nederhand (Spatial Design) is een Rotterdamse in hart en nieren. Ze wil niets anders dan het beste voor haar geliefde geboorteplaats; een stad die al eeuwen een kwetsbare relatie heeft met het water van de Noordzee en de Maas. Amber ontwierp een uniek getijdenpark dat op de kop van het stadsdeel Feijenoord gebouwd zou kunnen worden.

‘Het idee begon bij klimaatverandering: de regenbuien in Nederland worden frequenter en heviger, terwijl de stormen alsmaar zwaarder worden. Rotterdam krijgt op die manier steeds vaker steeds meer water te verwerken. Door de manier waarop de stad op dit moment is ingericht, kunnen de straten en de riolering dit water niet goed kwijt. Dit probleem speelt in het hele land, maar ik merk dat we deze problematiek niet met innovatieve ideeën bestrijden: we bouwen grotere waterkeringen en maken de dijken hoger. Ik denk niet dat deze aanpak toekomstbestendig is. We moeten leren leven met het water en het water de ruimte durven te geven. Een getijdenpark op de kop van Feijenoord leek de beste oplossing. Juist omdat dit stadsdeel het meest gevoelig is voor overstromingen.’

Daken van aarde en gras

Dat klinkt een beetje dubbel: getijdenparken ontwerpen terwijl de overheid de afgelopen 50 jaar miljarden heeft gestoken in het vervolmaken van het Deltaplan. Kunnen we de stormvloedkering niet gewoon dichtgooien als die orkaan komt? Volgens Amber is dat naïef: ‘Als die kering dichtgaat lopen we als land enorm veel economische schade op. Ik heb mijn getijdenpark zo ontworpen dat het een zware noordwester die samenvalt met springtij aankan. Maar om Rotterdam echt wateradaptief te maken moet er meer worden veranderd. Buiten het ruimte geven aan stormvloeden en de rivieren, moet je rekening houden met een goede afvoer van het regenwater. Je zou in de binnenstad bijvoorbeeld wadi’s (droge rivierbeddingen) aan kunnen leggen, zo stroomt het regenwater makkelijker de Maas in. Ook moet er meer verzacht worden in de stad, stenen straten moeten plaats maken voor grasvelden. Ik denk dat als je alle daken in Rotterdam van aarde en gras maakt, dit al een heleboel zou schelen.’

Het getijdenpark zou in de Nassau- en Persoonshaven van Feijenoord komen. Dit is niet bepaald het rijkste stadsdeel van Rotterdam; er staan veel sociale huurwoningen. Maar waar in veel stedenbouwkundige plannen huurhuizen plaats moeten maken voor koopwoningen, blijft in Ambers plan het sociale karakter van de wijk gehandhaafd. ‘In mijn ontwerp wordt niets gesloopt. De buurthuizen worden verplaatst naar betere plekken en in het getijdenpark komen enkele locaties waar nieuwbouw gepleegd kan worden. Feijenoord is inderdaad niet de beste wijk van de stad. Dat heeft ermee te maken dat het vroeger een levendig havengebied was met huisvesting voor de arbeiders. Nu is die industrie verdwenen en liggen de havenbekkens en bijbehorende gebouwen er ongebruikt bij. De vorm van deze gebouwen en havens zijn misschien hetzelfde gebleven, de functie bestaat niet meer. Dat verslechtert het imago van de wijk. In mijn plan worden de havenbekkens met elkaar verbonden, zodat het water weer vrij kan stromen: daar ontstaat het getijdenpark. Verder heb ik een monumentenroute ontworpen waarbij belangrijke gebouwen zoals de Hefbrug, de Unileverfabriek en de oude scheepshelling weer een prominente plek in de buurt krijgen.’

Één grote badkuip

Maar wie is er dapper genoeg om, in tijden van klimaatverandering, in een getijdengebied te gaan wonen? ‘Ik begrijp er eerlijk gezegd niets van dat mensen nu niet bang zijn. Feijenoord is, net als de hele randstad, één grote badkuip: er hoeft maar één dijk te bezwijken en het hele gebied loopt onder water. We moeten ons afvragen of dijken altijd de beste oplossing zijn. Uit onderzoek is bovendien gebleken dat, door het uitblijven van grote overstromingen, het waterbewustzijn van de Nederlanders enorm is afgenomen. Zodra we water op straat zien, raken we haast in paniek. We moeten juist inzien dat water, dat zich een weg zoekt door de straten, een goed teken is. Het is zichtbaar water, het is water dat zijn weg wel vindt. Gevaarlijke situaties ontstaan juist wanneer wij het water geen ruimte geven, wanneer het water zich kan opstapelen achter de dijken. Ik denk dat er een belangrijke mentaliteitsomslag moet plaatsvinden. We moeten weer wennen aan het water en er veilig mee om leren gaan. Wonen in een getijdengebied kan die omslag juist bewerkstelligen, want kom op! Wij zijn Nederlanders: wij leven van en met het water.’

Tekst Yvo Nafzger
Beeld Amber Nederhand, juni 2016